De manuele technieken die gebruikt worden tijdens de behandeling kunnen onderverdeeld worden in 3 groepen; structurele technieken (mobilisaties en manipulaties van gewrichten en spieren), viscerale technieken (mobilisaties van organen en het bindweefsel errond) en craniosacrale technieken (zachte technieken op de schedel en het heiligbeen).

Structurele technieken

Dit zijn technieken om het musculoskeletaal systeem te behandelen. Osteopaten zijn ervan overtuigd dat de structuur de functie bepaalt, dus een structureel probleem (= een probleem ter hoogte van het musculoskeletaal systeem)  zal een invloed hebben op de functie van het lichaam. Aan de hand van verschillende technieken zoals mobilisaties en manipulaties (‘kraken’ zoals in de volksmond gezegd wordt) wordt de mobiliteit van spieren en gewrichten verbeterd. De osteopaat zal bepalen welke techniek best gebruikt wordt om de structuur van uw lichaam te verbeteren en zo ook de functie om zo het evenwicht te herstellen.

Viscerale technieken

Dit zijn technieken om de beweeglijkheid van de organen en het bindweefsel errond te verbeteren. Alle organen in de buik bewegen onder invloed van het middenrif (diafragma) dat op en neer beweegt met in-en uitademen. Een gezonde voeding en een correcte buikademhaling zijn van groot belang. Problemen ter hoogte van de rug vinden vaak hun oorsprong ter hoogte van de organen die via bindweefsel samenhangen.

Craniosacrale technieken

Dit zijn zeer zachte technieken die samen met de hoog getrainde tastzin van de osteopaat gebruikt worden om mechanische stoornissen ter hoogte van de schedel en het heiligbeen en de rest van het lichaam op te sporen en te behandelen. Deze technieken worden vaak gebruikt tijdens de behandeling van pasgeborenen en kinderen.