Geschiedenis van osteopathie
Osteopathie ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw in Kirksville (U.S.A.) en was het gedachtengoed van amerikaanse arts/chirurg Andrew Taylor Still.
Andrew Taylor Still werd geboren op 6 augustus 1828, in een blokhut in Lee County, Virginia. Hij was de derde van negen kinderen. Zijn vader was een Methodist predikant en een arts.
Andrew besloot om ook arts te worden en besefte al snel dat om een zo optimaal mogelijke gezondheid te bereiken, er een goed evenwicht nodig was tussen alle delen van het menselijk lichaam. Zijn doel was om met zo weinig mogelijk medicijnen en chirurgische ingrepen, het lichaam te helpen genezen.
Zelf werd hij geconfronteerd met een ernstige persoonlijke crisis. Er was een epidemie van meningitis spinale uitgebroken en doodde drie van zijn kinderen. Zijn onvermogen om zijn familie te redden leidde hem ertoe steeds meer af te wijken van het meeste van wat hij had geleerd over geneeskunde en te zoeken naar nieuwe en betere behandelmethoden.
Still’s verkenningen waren gebaseerd op de studie van de anatomie. Opgegroeid als een jager en boer had hij al een basiskennis van de structurele relaties van botten, spieren en organen. Deze kennis breidde hij uit met de studie van het menselijke skelet. Hij raakte ervan overtuigd dat de meeste ziekten kunnen worden verlicht of genezen zonder medicatie. De sleutel was het vinden en corrigeren van anatomische afwijkingen die de vrije stroom van bloed en “zenuw kracht” in het lichaam belemmeren.
Het is moeilijk te zeggen wat Andrew Taylor Still beïnvloedde om tot zijn nieuwe systeem van genezing te komen. Hij was een zeer belezen mens, zeer geïnteresseerd in de sociale en intellectuele ontwikkelingen van zijn tijd. Dit heeft hem ongetwijfeld geholpen om te komen tot deze vorm van zijn filosofie. Ook zijn religieuze overtuiging zijn van invloed op zijn denken over de gezondheid en het menselijk lichaam. Bovendien zijn er aanwijzingen dat Andrew Taylor Still van een aantal alternatieve medische theorieën wist, die toentertijd in omloop waren, zoals: magnetisch genezing, bone-setting, Grahamism, hydropathie, homeopathie, en eclecticisme. In zijn zoektocht naar een nieuwe manier van genezing, onderzocht hij verschillende van deze systemen. De meeste van deze methoden was hij faliekant tegen. Van enkele behield hij bewust (aangepast) elementen.
In Kirksville opende Still zijn praktijk als Bone-setter op het dorpsplein (1875). Door zichzelf als een magnetisch genezer en een “bliksem Bone-setter” te promoten en te reizen naar verder gelegen steden, zoals Hannibal, bouwde Still langzaam zijn reputatie op. Snel verspreidde het bericht over de arts die middels medicijnloze, manipulatieve geneeskunde (officieel de naam “osteopathie” in 1885) in staat was om vele schijnbaar hopeloze gevallen te genezen.
Toen zijn patiëntenaanbod groter werd dan hij aankon, begon Still zijn kinderen en een paar anderen te trainen/onderwijzen om hem te helpen in zijn praktijk. Ten slotte waren er genoeg mensen die zijn methoden wilden leren zodat hij werd overgehaald om een school te beginnen.
The American School of Osteopathy (ASO) werd opgericht in Kirksville in 1892. De eerste klas van vijf vrouwen en 16 mannen – waaronder drie van Still’s kinderen en een van zijn broers – studeerden af in 1894 . De school werd een groot succes.
Martin Littlejohn, één van de studenten van de American School of Osteopathie verhuisde in 1913 terug naar Engeland en hielp daar met de oprichting van de British School of Osteopathie en de Journal of Osteopathy in 1917. Hiermee werden de funderingen gelegd voor een verdere ontwikkeling van osteopathie in Europa. De British School of Osteopathy is tot op heden de oudste en grootste school voor osteopathie in Europa.
De principes van osteopathie
Van alle vormen van manuele therapie staat osteopathie het dichtst bij de grondgedachte ‘alles wat leeft, stroomt’. A.T. Still, grondlegger van de osteopathie, hechtte een groot belang aan de beweeglijkheid en de onderlinge samenhang van de verschillende lichaamssystemen. De bewegelijkheid van elke lichaamsstructuur wordt onderzocht; een verminderde beweeglijkheid betekent verminderde functie, waardoor een terrein wordt gecreëerd waar ziekte kan ontstaan. Still zijn beroemde uitspraak “daar waar de mobiliteit optimaal en harmonieus is, krijgt ziekte geen kans” illustreert deze grondgedachte.
Aan de hand van een hoog ontwikkelde tastzin (palpatie) is een osteopaat in staat om stoornissen in de beweeglijkheid van spieren en gewrichten op te sporen en los te maken. Op die manier wordt de beweeglijkheid van het lichaam verbeterd, alsook de functie en de vitaliteit.
Osteopathie is niet enkel een verzameling van manuele technieken, maar is een filosofie en een wetenschap die gebaseerd is op 4 principes. Hieronder een overzicht van de vier principes van osteopathie.
-
De wet van de arterie – The artery rules supreme
A. T. Still benoemde het belang van de circulatie als ‘de wet van de arterie’ (slagader), maar bedoelde hiermee eigenlijk alle banen in het lichaam die verantwoordelijk zijn voor het transport van vloeistoffen en prikkels.
Alle lichaamscellen zijn voor het uitvoeren van hun functie afhankelijk van een constante aan- en afvoer van voedingsstoffen en afvalstoffen.
De bloedsomloop verzorgt alle lichaamsweefsels door het continu aanvoeren van zuurstof, voedingsstoffen, hormonen en enzymen, en zorgt voor de afvoer van koolstofdioxide en afvalstoffen. Hormonen worden via het bloed naar zeer specifieke doelstructuren in het lichaam getransporteerd, waar ze hun unieke werking uitoefenen in de regulatie van lichaamsprocessen.
Over het lymfevatenstelsel worden grotere moleculen terug naar de bloedsomloop gebracht, en wordt de immuniteit geregeld.
Het zenuwstelsel zorgt door steeds fijner vertakkende zenuwbanen voor de aansturing en informatieoverdracht van tal van lichaamsfuncties. En ook de hersen- en ruggenmergvliezen, waarbinnen de hersenvloeistof circuleert, zorgen voor een zich constant vernieuwend, gebalanceerd milieu waarin de hersenen en het ruggenmerg kunnen functioneren.
Alle lichaamsweefsels kunnen zo als het ware gezien worden als een kabbelende, dan weer bruisende rivier, waarin het water helder blijft door de constante beweging. Zo lang er een goede circulatie aanwezig is, kan er geen ziekte ontstaan omdat het lichaam zichzelf optimaal kan reguleren. Indien de beweging stilvalt, bijvoorbeeld door het ontstaan van littekenweefsel, overspannen spieren, een gewrichtsblokkade, of een passieve levensstijl, vermindert deze doorstroming naar bepaalde weefsels. En zoals stilstaand water vertroebelt, zorgt een stagnatie van de circulatie in het lichaam voor het accumuleren van afvalstoffen, en een verminderde prikkeloverdracht, waardoor de gevoeligheid van het weefsel voor het ontstaan van ziekte toeneemt.
Een osteopaat richt zich met zijn behandeling op het herstellen van deze (micro-)circulatie, zodat de lichaamsweefsels weer in staat zijn zichzelf te herstellen, via de aan- en afvoer van de bloedsomloop en een adequate prikkeloverdracht over de zenuwbanen.
-
De structuur bepaalt de functie en de functie vormt de structuur
Door hun specifieke functie zijn structuren zoals organen, botten of spieren ontstaan. Bijvoorbeeld botten zorgen voor de houding, stevigheid en bescherming tegen druk- en trekbelastingen. Meer druk- en trekbelastingen zorgen voor meer botopbouw; de veranderde functie verlangt meer van de structuur. Is de botfunctie niet meer nodig, zoals bij bedlegerigheid, dan vindt er botafbraak plaats.
Hetzelfde gebeurt bij organen. Wanneer de functie van de organen toeneemt, groeit in de regel ook de structuur van het orgaan; wanneer de functie afneemt, schrompelt het orgaan. Maar ook de omliggende structuren van het orgaan zijn van belang voor de uitvoering van de functie. Als bijvoorbeeld de beweeglijkheid van de borstkas afneemt, dan zal dit een invloed op de longfunctie hebben. De verminderde beweeglijkheid van de structuren zijn van diagnostische betekenis in de osteopathie. Bij gestoorde functies verandert de structuur, maar het lichaam zal dit eerst trachten te compenseren. Wanneer compensatie niet meer mogelijk is, ontstaat een structureel probleem en het lichaam wordt ziek. De structuur wordt door de osteopaat onderzocht op bewegingsmogelijkheid, de richting, het ritme en de spanning.
De functie creëert de structuur en de structuur dirigeert de functie.
Dit principe wordt in de osteopathische diagnose gebruikt in de palpatie van bewegingen, ritmiek en spanning van weefsels. De structuur (anatomie) bestaat uit weefsels (botten, spieren, organen, etc.), wat voor de osteopaat het palperen is. De functie (fysiologie) is uitwisseling (evenwicht), hetgeen zich uitdrukt in beweging. Wanneer de beweging van een gepalpeerd weefsel veranderd is, zal dit gevolgen hebben voor de functie.
-
Het lichaam is een ondeelbaar geheel
Dit is het holistisch principe of het éénheidsprincipe.
In het lichaam zijn er verschillende mechanismen die de onderlinge delen van het lichaam met mekaar verbinden en het tot één geheel vormen. Zo is er het bloedvatenstelsel dat bloed brengt naar ieder deel van het lichaam. Het zenuwstelsel verbindt en integreert alle lichamelijke functies met mekaar. Het derde systeem bestaat uit zacht bindweefsel ‘fascia’ genoemd dat alle delen van het lichaam samenhoudt. De fascia zijn dunne bindweefselenveloppen die door het hele lichaam lopen en het lichaam samenhouden van voor naar achter en van onder naar boven. Het omringt iedere spier, elk orgaan en iedere zenuwbaan en bloedbaan. De primaire functie van dit fasciale systeem is om de verschillende onderdelen van het lichaam te ondersteunen en te laten glijden ten op zichte van elkaar.
Via de fascia (het bindweefsel), de bloedcirculatie en het neurale systeem is elk deel van het lichaam in een constante wisselwerking met alle andere lichaamsdelen en –functies, en zo met het volledig lichaam.
Elke dysfunctie, hoe klein ook, zal dus ook zijn invloed hebben op tal van andere lichaamsprocessen. Vaak is het lichaam in staat via verschillende mechanismen een dergelijke disfunctie te compenseren waardoor we ons vaak niet bewust zijn van bijvoorbeeld een spanning in een orgaan of geblokkeerde wervel, maar eens dit compensatiemechanisme een kantelpunt bereikt, ontstaan er symptomen. Dit is vaak op een andere plaats dan waar de oorzaak te vinden is. Zo kan bv. een bewegingsbeperking van de 5de dorsale wervel via druk op de omliggende zenuwen naast dorsale rugpijn ook maagirritatie en/of verteringsproblemen veroorzaken.
Het is de uitdaging van de osteopaat om deze verbanden te ontdekken en behandelen.
-
Het lichaam heeft een zelfhelend vermogen – All the remedies necessary to health exist in the human body
Het lichaam heeft een zelfgenezend vermogen. Bloedstolling, bacteriedoding, littekenvorming, koorts enz. zijn voorbeelden van deze zelfregulatiekrachten, die hoofdzakelijk via neurologische, hormonale en lymfatische/circulataire wegen verlopen.
Het lichaam zal van nature uit steeds streven naar evenwichtsherstel en harmonisatie.
Dit gebeurt door het delicate evenwicht tussen belastbaarheid en belasting te bewaren. Indien de belastbaarheid van een lichaam echter te sterk vermindert door bijvoorbeeld onaangepaste voeding, verminderde spierkracht of oververmoeidheid en indien de belasting op het lichaam te groot wordt door bijvoorbeeld te zwaar werk of langdurige slechte houding, dan kan het zijn dat het lichaam zijn evenwichtsherstel niet zelf kan behouden. Op dit moment ontstaat er een overbelasting, het lichaam vertoont pijnlijke spierspanningen, gewrichtsblokkades of vroegtijdige pijnlijke arthroseletsels.
Op dit moment zal een osteopaat het zelfgenezend vermogen van het lichaam een handje helpen via een normaliserende behandeling.
Tijdens een osteopathiebehandeling wordt rekening gehouden met de bovenvermelde principes. Een osteopaat tracht aan de hand van manuele technieken de beweeglijkheid van weefsels en gewrichten in het lichaam te verbeteren en de circulatie van bloed-en lymfevocht te optimaliseren om zo het evenwicht van het lichaam in zijn geheel te helpen en het zelfgenezend vermogen te stimuleren.